Nieuws
Update opslag kunststofgranulaten
Op vrijdag 6 september 2024 werd door de Vlaamse regering een besluit over kunststofgranulaten goedgekeurd. Dit besluit kadert binnen de algemene problematiek met kunststof korrels en pellets die in het milieu terecht komen en zo aanzienlijke schade kunnen veroorzaken aan het ecosysteem. Deze kunststof granulaten kunnen door onopzettelijke verliezen in het milieu en het aquatische systeem terechtkomen. Deze verliezen kunnen over de volledige keten (van productie tot recyclage) gebeuren.
Op dit moment bestaat er een vrijwillig programma gekend als Operation Clean Sweep © opgezet door de Plastics Industry Association gericht op het beperken van kunststof granulaat verliezen (Nieuwsflits 03/06/2024).
Met dit besluit, dat op 30 oktober 2024 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, wenst de Vlaamse regering een eerste stap te zetten in de beperking van de kunststof granulaat verliezen door het opleggen van wettelijke verplichtingen.
Naast de wijzigen die betrekking hebben tot de opslag van kunststof granulaten worden er in dit besluit ook wijzigingen voorzien over de opslag van gevaarlijke producten en stookolietanks. In deze nieuwsflits zullen we ons vooral focussen op de aangekondigde wijzigingen die gerelateerd zijn aan de opslag van kunststof granulaten, voor de andere aanpassen wordt verwezen naar een volgende nieuwsflits.
Wat zijn kunststofgranulaten?
Het begrip van kunststofgranulaat wordt gezien als een overkoepelende term voor granulaat, korrels, pellets, nurdles, vlokken, fluf en poeder die uit kunststof vervaardigd is. Deze definitie zal vanaf 1/1/2025 opgenomen worden in VLAREM II.
Nieuwe bepalingen inzake de opslag van kunststofgranulaten
Naast het opnemen van de definitie van kunststofgranulaat in VLAREM II wordt er ook een hoofdstuk 4.11 toegevoegd vanaf 1/1/2025. Dit hoofdstuk zal specifieke bepalingen bevatten over de beheersing van de verontreinigingen met kunststofgranulaat. De exploitatie van kunstgrasvelden zal niet onder de bepalingen van dit hoofdstuk vallen.
In het kader van goedhuisvaderschap dient de exploitant van een inrichting waar kunststofgranulaat wordt opgeslagen de best beschikbare technieken te gebruiken om verontreinigingen als gevolg van kunststofgranulaat te voorkomen. Onderstaande verplichtingen gelden vanaf 01/01/2025:
- Er wordt verwacht van de exploitant dat er op de site voldoende aangepast reinigingsmateriaal aanwezig is om het gemorste kunststofgranulaat op te ruimen. In de mate van het mogelijke dient het gemorste kunststofgranulaat direct na het uitvoeren van de handelingen worden opgeruimd en in daarvoor bedoelde recipiënten worden opgeslagen.
- Waar mogelijk moet het gemorste kunststofgranulaat opnieuw worden ingezet als grondstof. Indien het gemorste kunststofgranulaat niet opnieuw kan worden gebruikt, dient het te worden afgevoerd als afvalstof cf. de bepalingen in VLAREMA.
- Bijkomend dient de exploitant in te staan voor het toezicht van de laad- en los activiteiten die gelinkt zijn aan de opslag van kunststofgranulaat. Hij dient te controleren of:
- De laadruimte van de container of trailer veegschoon is na het lossen;
- De laadruimte goed afgesloten is om verliezen te voorkomen;
- De buitenkant van het voertuig vrij is van kunststof granulaat.
Eventuele restladingen worden verzameld samen met veegvuil in een daarvoor bestemd recipiënt. In de mate van het mogelijke worden deze restladingen en veegvuil opnieuw gebruikt als grondstof. Indien deze resten niet meer kunnen worden hergebruikt, dienen ze als afvalstof te worden beschouwd en afgevoerd conform VLAREMA.
Vanaf 01/01/2026 geldt voor inrichtingen die vóór 01/01/2025 vergund zijn of waarvoor vóór 01/01/2025 akte is genomen bijkomend dat de exploitant ervoor moet zorgen dat op de site de nodige instructies en procedures aanwezig zijn om de verontreiniging met kunststofgranulaat te voorkomen.
Deze instructies en procedures dienen beschikbaar te zijn zowel voor de eigen personeelsleden als voor derden. De exploitant is zelf verantwoordelijk voor de naleving van de opgestelde instructies en procedures. Om te garanderen dat deze procedures gekend zijn bij de eigen werknemers dient de exploitant opleidingsmomenten te voorzien. De exploitant dient in staat te zijn om zowel de procedures, de instructies en een overzicht van de gegeven opleidingen ter inzage te kunnen voorleggen aan de toezichthoudende overheid.
Hulp nodig?
De Consultes-experts staan steeds voor u klaar om u en uw onderneming gepast advies te verlenen over milieu-, energie- en preventie gerelateerde vraagstukken. We helpen u graag verder via consultes@consultes.be.